Penopauze

barcelona2011 146Als je 52 bent, en onlangs gescheiden, dan gaat alles even niet van een leien dakje. Je wilt het eigenlijk het liefst allemaal zo snel mogelijk verwerken. Als het kan forceren, maar tegelijkertijd is er ook het besef dat dit alles met emoties gepaard gaat en tijd kost. Veel tijd. Af en toe kijk ik in de spiegel en denk; daar sta je dan: beginnend buikje, grijze haren en een gelaat dat al begint te tekenen.

Onaantrekkelijk? Nee, dat niet. Mocht ik wat meer in de smaak willen vallen bij de andere sexe dan zou ik wel iets aan mijn uiterlijk kunnen doen. Je ziet het wel vaker. Mensen zijn gescheiden en zijn op zoek naar een andere partner. Er komen nieuwe en vlottere kleren aan te pas.De conditie moet worden verhoogd, het uiterlijk moet er verzorgder uitzien en de te vele pondjes moeten eraf. Soms zou ik willen dat ik heel bijzonder en anders was, maar moet constateren dat al deze universele wetmatigheden ook op mij van toepassing zijn.

Ik verlang naar lijfelijkheid. Gek eigenlijk. Je gaat scheiden en verlangt naar lijfelijkheid. Een weg terug is er niet. Het pad dat voor je ligt is nog niet bewandeld. Je laat lijfelijkheid achter. Er is geen lijfelijkheid dat wacht. Daartussen bevindt zich ‘overgang’ denk ik. Als je 52 bent dan zitten veel vrouwen in de overgang. Zouden mannen ook zoiets hebben? Menopauze of penopauze? Of zou penopauze een soort van jaloezie van mannen zijn, dat zij ook graag overgangsproblemen willen hebben? Het zou zomaar kunnen dat penopauze bestaat. Alleen daar waar vrouwen hun vruchtbaarheid verliezen, beginnen mannen gerust aan hun tweede leg. Het lijkt erop dat de grijze haren iets charmants hebben waardoor de aantrekkingskracht op vrouwen toe lijkt te nemen. Ik durf het niet hardop te zeggen, maar stiekem hoop ik dat dit zo is.

Het is allemaal de schuld van de medische wetenschap, veronderstel ik. We leven gewoon te lang. En blijven relatief gezond. Van seks wordt een vrouw niet direct meer zwanger. In een zeker opzicht is het gemakkelijker om een zwangerschap te voorkomen dan om zwanger te raken. Ook dat is te danken aan de medische wetenschap. Er vindt een bevolkingsexplosie plaats en dood gaan wordt een moeizaam proces. Daar weet ook de medische wetenschap goed raad mee, zou je zo denken. Maar dat is nog de vraag. Alleen bij gezond maken en gezond blijven is de zorg ongebreideld, alleen zeggen: ‘Laten we er nu is mee stoppen,’ lijkt een ondraaglijke uitspraak bij een ogenschijnlijk onsterfelijk bestaan. En als we al doodgaan dan wordt dit ‘gevierd’. We staan niet meer te treuren. We zeggen dan dat we een taboe hebben doorbroken. Er is niemand meer die met een sombere stem verhaalt over de zwaarte van het bestaan. Zeker niet. We drinken wijn, gieten champagne over de kist en dansen totdat we er bij neervallen. ‘Zo heeft “Piet” geleefd en zo zou hij het graag gewild hebben. Tjonge neem er nog eentje! Ja, toe maar, op de dood van “Piet”. Zand erover! Morgen weer een ander feestje, maar dan zonder Piet.”

Penopauze. Er ligt een weg achter me. Mijn ‘rugzak’ is gevuld. En er ligt nog een weg voor me. Ik zou alleen graag zien dat ik mijn rugzak langs de weg kon zetten. Echter, op een of andere manier draaien de Goden mij altijd weer een loer, of ze bakken mij een poets. Zo slim als ze zijn: Ze zorgen er voor dat als ik denk een nieuwe overgang genomen te hebben, dat die ‘rugzak’ achter de einder dan toch altijd weer op mij staat te wachten.